| Hoe vertel ik 's avonds aan mijn kind
|
| Dat de toekomst naar ons lacht?
|
| Maak je geen zorgen, over morgen
|
| Hoe verklaar je alle moord en brand
|
| Voor een god of voor een land?
|
| Dat baart me zorgen, over morgen
|
| Ziet niet iedereen vandaag
|
| We kunnen zo niet verder
|
| Want er is altijd die vraag:
|
| Hoe rustig slaapt m’n kind vandaag?
|
| En ik hoop op een nieuwe dag
|
| En ik hoop als ik naar je lach
|
| Dat de zon gaat stralen in hart
|
| En vergeet hoe de wereld strijdt
|
| Want ik weet: daaraan komt een eind
|
| Als je maar weet waar alles start:
|
| De zon schijnt in je hart
|
| Deze wereld is zo dolgedraaid
|
| Vol van oorlog en verderf
|
| Dat baart me zorgen, over morgen
|
| Iedereen is zo snel opgenaaid
|
| Enkel bezig met zichzelf
|
| Ik maak me zorgen, zoveel zorgen
|
| Soms word ik er stil van en verdrietig
|
| En het is nog zo klein
|
| Behoed mijn kind van alle pijn
|
| En ik hoop op een nieuwe dag
|
| En ik hoop dat met elke lach
|
| De zon gaat stralen in je hart
|
| En vergeet alle haat en nijd
|
| Want ik weet: ooit stopt de strijd
|
| Al zijn de nachten grijs en koud
|
| Er is iemand die van je houdt
|
| Er is altijd iemand die van je houdt
|
| En kijk
|
| De dag begint
|
| En de zon die schijnt
|
| Voor jou m’n kind
|
| En ik hoop op een nieuwe dag
|
| En ik hoop dat met elke lach
|
| De zon gaat stralen in je hart
|
| En vergeet alle haat en nijd
|
| Want ik weet: ooit stopt de strijd
|
| Al zijn de nachten grijs en koud
|
| Er is iemand die van je houdt |