| Ik druk je dicht tegen me aan
|
| Mijn wang en mijn handen op jouw gezicht
|
| Ik zie je hier zo voor me staan
|
| Ook al is het misschien met m’n ogen dicht
|
| Ik voel je nog steeds elke dag om me heen
|
| Al weet ik dat dat niet zo is
|
| Zo groot het gevoel, zo groot het gemis
|
| Jouw herinnering reist door de tijd
|
| Door de ontelbare getallen tussen nul en één
|
| Als een kleine oneindigheid
|
| Die ik draag als een mantel van jou om me heen
|
| Want al voelen de dagen vaak leeg zonder jou
|
| Zijn de nachten veel kouder alleen
|
| Het beeld van jou naast me sleept me er steeds weer doorheen
|
| Dus ik hou je gevangen in zeeën van tijd
|
| Waar seconden een leven lang duren
|
| Waar alles ontstaat en waar niets ooit verdwijnt
|
| In mijn hart, in mijn liefde voor jou
|
| Waar de klok één keer slaat elke eeuwigheid
|
| En we richting onmeetbaarheid sturen
|
| Buigt mijn liefde de droom om naar werkelijkheid
|
| Omdat ik nog zoveel van je hou
|
| En al ben ik je soms even kwijt
|
| Dan vind ik je terug
|
| In zo’n kleine oneindigheid
|
| Slechts een speldenprik
|
| Hadden jij en ik
|
| Maar dat maakt geen verschil
|
| Want tijd is relatief
|
| En jij niet, mijn lief
|
| De liefde telt niet hoe lang of hoe vaak, maar hoeveel
|
| In herinnering ben je voor altijd bij mij
|
| Ooh, ooh
|
| Ik hou je gevangen in zeeën van tijd
|
| Waar seconden een leven lang duren
|
| Waar alles ontstaat en waar niets ooit verdwijnt
|
| In mijn hart, in mijn liefde voor jou
|
| Waar de klok één keer slaat elke eeuwigheid
|
| En we richting onmeetbaarheid sturen
|
| Buigt mijn liefde de droom om naar werkelijkheid
|
| Omdat ik zoveel van je hou
|
| En al ben ik je soms even kwijt
|
| Dan vind ik je terug
|
| In zo’n kleine oneindigheid |